Biologische melkveebedrijven moeten sinds het nieuwe Besluit huisvesting ook aan maximale emissiewaarden voldoen. Biologische varkens- en pluimveehouderijen nog niet. Biologische pluimveehouders zijn daarmee ook vrijgesteld van fijnstofreducerende maatregelen.
Diverse maximale emissiewaarden voor ammoniak zijn aangescherpt en voor pluimvee, vleeskalkoenen en eenden is een maximale emissiewaarde voor fijnstof geïntroduceerd. Het besluit geldt voor veehouderijen met landbouwhuisdieren voor vlees, eieren of melk. Daartoe worden ook gerekend de bedrijven die onderdeel vormen van de productieketen, zoals bedrijven waar moederdieren worden gehouden of waar de jonge dieren worden opgefokt. Instellingen voor wetenschappelijk of medisch onderzoek, praktijkonderzoek, fokbedrijven, veehandelaren en slachterijen, dierentuinen en kinderboerderijen vallen niet onder het besluit.
Biologisch
Biologische melkveebedrijven moeten ook aan het besluit voldoen.
Biologische pluimveehouderijen niet; omdat voor leghennen en vleespluimvee een maximum aantal dieren per afdeling of stal mag worden gehouden, zijn de kosten voor het toepassen van een emissiearme techniek in een aantal gevallen veel hoger en worden daarom niet als BBT beschouwd. Er geldt daarom nog steeds een uitzondering voor biologisch gehouden kippen. Goed nieuws voor biologische pluimveehouders: men is niet alleen ontslagen van de maximale emissiewaarde voor ammoniak, maar ook voor die van fijnstof. Fijnstofreducerende maatregelen zijn niet nodig.
Voor biologisch gehouden varkens zijn nog onvoldoende emissiearme systemen beschikbaar waarbij het stalontwerp rekening houdt met een uitloop, zodat er ook nog een uitzondering geldt voor biologisch gehouden varkens.
Andere uitzonderingen
Andere uitzonderingen zijn:
- Scharrelvarkens overeenkomstig de voorwaarden van Producert (Regeling Producert Gecertificeerd Scharrelvarkensvlees) en de Dierenbescherming (Beter Leven-kenmerk, 2 of 3 sterren) met groter leefoppervlak en/of vrije uitloop naar buiten.
- Legkippen of (groot)ouderdieren in aangepaste kooien. Sinds 2013 is het houden van legkippen in kooien (legbatterijen) verboden. Er geldt echter een uitzondering voor de zogenoemde alternatieve kooien, de verrijkte kooien en de koloniehuisvesting.
- Vrijloopstallen voor melkvee. Deze stallen zijn in ontwikkeling en interessant op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. Met name meer ruimte in combinatie met een zachte bodem geeft de dieren meer mogelijkheden voor natuurlijk gedrag. Onderzoek naar de emissie van ammoniak is nog niet afgerond en een maximale emissiewaarde zou de verdere ontwikkeling van dit type stallen frustreren.
- Huisvesting van kleine dieraantallen waarbij geen sprake is van een economische bedrijfsactiviteit. Het gaat dan om maximaal 10 st. melkvee, 10 vleeskalveren, 20 biggen of 15 vleesvarkens, 500 kippen of 10 vleeskalkoenen. Het toepassen van emissiearme staltechnieken is bij zulke kleine aantallen niet mogelijk of alleen tegen onredelijk hoge kosten.