Binnenkort wordt de RAV-lijst weer aangepast met nieuwe stalsystemen en wijzigen enkele emissiefactoren. De gepubliceerde internetconsultatie wijst uit dat voor pluimvee een nieuwe variant voor het biofilter wordt erkend.
De systeembeschrijving van de additionele techniek ‘biofilter, 70% ammoniakemissiereductie’ (BWL 2011.03.V3) is aangepast. Er is een tweede variant toegevoegd aan de systeembeschrijving. Hierbij zijn meerdere filterpakketten boven elkaar geplaatst waardoor het benodigde grondoppervlak wordt beperkt. Deze wijziging heeft geen invloed op de werking van de techniek of de emissiefactoren.
Het biofilter is zeer effectief maar werd tot nu toe slechts incidenteel gebruikt. Met 1 m2 aanstroomopening per 900 m3 aan ventilatie waarbij alle ventilatielucht met drukventilatoren door het filter moet is er een zeer groot oppervlak aan houtsnippers nodig en vraagt het veel energie.
Het biofilter is een bak of vertrek in of achter de stal met een hoeveelheid houtsnippers, het pakkingsmateriaal, waar van onder naar boven lucht doorheen wordt geleid. Onder het pakkingsmateriaal bevindt zich een drukkamer, zodat de te behandelen lucht zich over het gehele oppervlak van het biofilter kan verdelen. Voor een goede werking van het biofilter dient het pakkingsmateriaal vochtig te zijn. Daarom wordt het biofilter periodiek bevochtigd met behulp van sproeiers die bovenop het bed zijn bevestigd. Om de invloed van het weer (regen, zon) te verminderen is boven het biofilter een (af)dak aangebracht.
Wellicht dat door het stapelen van de filterpakketten de techniek compacter en betaalbaarder wordt en vaker kan worden toegepast?
De reductie is veelbelovend:
- ammoniakverwijderingsrendement: 70 procent
- geurverwijderingsrendement: 45 procent
- verwijderingsrendement fijn stof (PM10): 80 procent