PAS per 1 juli 2015 in werking

16 april 2015

De bestuurlijke afspraken zijn gemaakt. De vaststelling van de PAS vindt plaats op 15 juni en de inwerkingtreding op 1 juli 2015. Ook de onmiddellijk daarmee samenhangende wetgeving zal in juli 2015 in werking treden: de Wet van 8 oktober 2014, houdende wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (programmatische aanpak stikstof), het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof en de Regeling programmatische aanpak stikstof.

Daarnaast is afgesproken om een eerste actualisatie van AERIUS Monitor, waarmee de ontwikkelingsruimte wordt bijgehouden, en inwerkingtreding van de partiële wijziging van het PAS die daaruit voortvloeit uiterlijk 15 december 2015 te laten plaatsvinden. Vervolgens zal AERIUS Monitor in ieder geval jaarlijks worden geactualiseerd.

Ook is gesproken over de periode na vaststelling van het PAS, zo blijkt uit de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer van 14 april jl. Naar aanleiding van het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer van 1 april jl. gaat het Ministerie een voorstel ontwikkelen voor de review van het programma en de gebiedsanalyses 5 jaar na inwerkingtreding van de PAS, het instellen van een “verbindingsofficier c.q. meldpunt PAS” en het betrekken van de landbouwsector bij (de verdere uitwerking van) die onderdelen van het programma die voor de sector van belang zijn.

Het Ministerie heeft geconstateerd dat het programma kan worden vastgesteld en in werking kan treden zodra de laatste noodzakelijke stappen zijn gezet. Hier zijn afspraken over gemaakt. Het betreft o.a.

  • de afronding van de Nota van Antwoord, houdende de reactie op de zienswijzen, en de aanpassing van het programma en de daarbij horende gebiedsanalyses;
  • het verwerken van het voorlopig advies van de Commissie m.e.r. en het verstrekken van aanvullende informatie aan de commissie ten behoeve van het definitieve advies (waaronder nadere uitwerking van de monitoring);
  • het voorbereiden van de implementatie, onder andere door ervoor te zorgen dat alle maatregelen geborgd zijn en dat tijdig het benodigde instrumentarium beschikbaar is;
  • het komen tot een vastgesteld reservepakket aan generieke maatregelen.

Overheid en sector hebben afspraken gemaakt over het terugdringen van ammoniak en het herbesteden van 56% van de depositie als ontwikkelingsruimte. In praktijk zal de uiteindelijke toewijzing bepaald worden door de (nog op te stellen) provinciale beleidsregels.