Sinds 15 maart jl. is de strooiselschuif een erkende techniek voor het reduceren van fijnstof en ammoniak. Er is een stalbeschrijving beschikbaar en de maatregel is onder E 7.10 als reducerende maatregel opgenomen in de nieuwe lijst met emissiefactoren voor fijnstof voor de veehouderij (15 maart 2017).
De strooiselschuif reduceert bij volièrehuisvesting zowel de emissie van fijnstof als van ammoniak met 20%. De additionele techniek is alleen erkend voor legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen in volièrehuisvesting (E 2.11), niet voor opfokhennen.
Let op: De strooiselschuif bij volièrehuisvesting (BWL 2017.02) is nog niet opgenomen in de geldende Rav. Het reductiepercentage voor ammoniak is al wel vermeld in de systeembeschrijving zodat in aanvragen van pluimveehouderijen hiermee al rekening kan worden gehouden. De verwachting is dat deze techniek dit najaar in bijlage 1 van de Rav opgenomen wordt, aldus Infomil.
Een strooiselschuif verwijdert het teveel aan strooisel en houdt het strooiselniveau laag, waarmee emissie wordt voorkomen. Ook gaat het grondeieren tegen.
De maatregel reduceert de emissie bij de bron. Het is een betaalbare oplossing die makkelijk in nieuwe en ook in bestaande stallen kan worden geïnstalleerd.
De schuif dient minimaal 1 x per week het strooisel onder de stellingen te verwijderen zodat de laag niet meer dan 3 cm dik is.
De maatregel kan (straks) gebruikt worden bij aanvragen van zowel milieuvergunningen (Besluit huisvesting) als natuurvergunningen (Wet natuurbescherming) en is daarmee breed toepasbaar, als ze tenminste op de Rav-lijst van stalmaatregelen komt te staan en niet op de lijst van management– ofwel PAS-maatregelen.