Mogelijk verdere reductie van fijnstof vanwege endotoxinen

26 maart 2015

In Nederland bestaat ongerustheid over mogelijke gezondheidsrisico’s van veehouderijbedrijven voor omwonenden, o.a. ten aanzien van stofdeeltjes en endotoxinen (celwandresten van bacteriën) die met de ventilatielucht van stallen worden uitgestoten. Op dit moment is de kennis over emissies van endotoxinen ontoereikend om direct een toetsingskader te ontwikkelen. In 2016 is het zover.

Staatssecretaris Mansveld van het Ministerie I&M schrijft in haar brief van 19 maart jl. aan de Tweede Kamer:

‘Endotoxinen kunnen ziekten veroorzaken. Onder meer veehouderijen stoten endotoxinen uit. In 2012 heeft de Gezondheidsraad een gezondheidskundige advieswaarde voorgesteld voor endotoxinen voor de algemene bevolking (30 EU/m3; Endotoxin Units). In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een literatuurstudie uitgevoerd naar de wijze waarop deze waarde toegepast zou kunnen worden bij het verlenen van de omgevingsvergunning milieu voor veehouderijen.

In het rapport wordt verkend of de noodzakelijke gegevens voor het uitvoeren van een toetsing beschikbaar zijn en langs welke weg het toetsingskader ontworpen kan worden. Het gaat hier om gegevens over de emissie per diersoort en huisvestingsysteem, de mogelijke emissiereductiemaatregelen en de verspreiding van endotoxinen buiten de stal. Op dit moment blijkt de kennis over emissies van endotoxinen voor de Nederlandse situatie ontoereikend om direct een toetsingskader te kunnen ontwikkelen.

Als onderdeel van het onderzoek zijn eerste verkennende berekeningen uitgevoerd naar concentraties van endotoxinen. De berekeningen lijken erop te wijzen dat de huidige toetsingskaders voor geur en fijn stof mogelijk niet in voldoende mate bescherming bieden tegen te hoge endotoxineniveaus. Dat geldt met name voor pluimvee. Daarom is nadere studie nodig gericht op de onderbouwing en ontwikkeling van een toetsingskader voor endotoxinen.

Voor dit nadere onderzoek zijn metingen aan stallen in verschillende seizoenen en jaren nodig. In 2014 zijn daarvoor inmiddels aan verschillende staltypen metingen gedaan. Na uitwerking van de gegevens zal in 2015 verder onderzoek bij de meest kritische staltypen plaatsvinden. Met deze resultaten zal een model worden opgesteld, dat in 2016 gevalideerd wordt.

Naar verwachting kan ik u dus in 2016 definitief uitsluitsel geven over de mogelijkheid van een toetsingskader voor endotoxinen en het effect van zo’n toetsingskader in relatie tot de bestaande toetsingskaders voor fijn stof en geur.

Gezien het resultaat van de literatuurstudie, kan reductie van stalemissies noodzakelijk zijn ter vermindering van de risico’s voor de volksgezondheid. Dat geldt naast de emissies van endotoxinen ook voor andere bioaerosolen.’

De staatsecretaris laat onderzoeken op welke manier de stalemissies nog verder gereduceerd kunnen worden.