Programma Aanpak Stikstof: Vergelijk met Duitsland en België

27 januari 2016

Nederland heeft gekozen voor het PAS om de invloed van veehouderijen op natuurgebieden te toetsen. Hoe doen onze buurlanden dat?

Nederland

Door aangescherpte emissies en diverse maatregelen neemt de depositie af. Een deel van de daling wordt weer teruggegeven als ‘ontwikkelruimte’ voorzover natuurgebieden dat toelaten. De PAS is een ingewikkeld model waarin met behulp van Aerius wordt gerekend, geregistreerd en gemonitord. Invloed tot 1 mol kan men melden middels een melding, invloed van meer dan 1 mol moet gevraagd en getoetst worden met een vergunningaanvraag. In Nederland heb je al een probleem als je meer dan 0,05 mol per hectare depositie veroorzaakt.

Duitsland

In Duitsland wordt gekeken naar wat de depositie is die wordt veroorzaakt door een bepaald project. Daarbij gaat men uit van een foutmarge in het model, waarbij een uitstoot/depositie wordt gehanteerd van 20 mol of meer per hectare per jaar. Pas dan kan men een causaal verband aannemen tussen een project dat stikstofuitstoot veroorzaakt en de neerslag van stikstof in een gebied/bepaald habitattype.

In Duitsland wordt stikstof dus pas aangerekend als een project meer dan 20 mol depositie per hectare per jaar veroorzaakt. In andere deelstaten van Duitsland geldt dezelfde gedachtengang (al dan niet met een depositiewaarde van 7 mol). Men gaat uit van een model en een foutmarge, wat gecombineerd maakt dat er een causaal verband is tussen a en b; uitstoot/depositie van stikstof en neerslag. Er wordt pas gerekend als deze foutmarge ook daadwerkelijk voorbij wordt gegaan.

België

In België rekent men nog steeds met een drempelwaarde van drie procent van de Kritische Depositie Waarde. Dat hebben wij in Nederland natuurlijk ook geprobeerd, maar daar heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak een streep door gehaald. In België is men nog op zoek naar een ander systeem, waarbij toch een beetje met een schuin oog wordt gekeken naar het Nederlandse PAS.

Nederlandse aanpak

In Nederland gaan we tot 2 cijfers achter de komma. Tot nu toe zijn alle meldingen en de meeste vergunningaanvragen gehonoreerd. Er komt echter een moment dat de ontwikkelruimte op is. Voor zowel adviseur als ondernemer is niet te voorzien wanneer.

Onze ervaring is dat elke verandering – ook die met een afname van ammoniak – vrijwel altijd wel érgens leidt tot een toename van depositie, soms op grote afstand. Zit u als bedrijf boven de 1 mol dan moet ook bij een toename van 0,01 mol op 70 km afstand toch nog ontwikkelruimte worden toebedeeld…

Noot:

Bovenstaande tekst is gebaseerd op een artikel van mr. Luuk Boerema uit het Magazine Programmatische Aanpak Stikstof december 2015.