Op 17 maart 2017 is de partiële herziening van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. De beschikbare depositie- en ontwikkelingsruimte is fors ingeperkt. Zo mogen in Noord-Nederland veehouderijen met invloed op (bepaalde delen van) Lieftinghsbroek en de Alde Feanen niet meer toenemen in stikstofdepositie.
De beschikbare depositie- en ontwikkelingsruimte is op basis van nieuwe cijfers herberekend. Voor de berekening van de depositie- en ontwikkelingsruimte is gebruik gemaakt van de prognoses van het Planbureau voor de Leefomgeving. In de prognose wordt uitgegaan van een gewijzigde economische groei ten opzichte van de eerder gebruikte prognose. Dit resulteert in een lager berekende depositie- en ontwikkelingsruimte.
De herziening heeft gevolgen voor het aanvragen van vergunningen en het indienen van meldingen in het kader van de Wet natuurbescherming.
- Voor 53 stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden is de grenswaarde verlaagd en kan alleen nog met een vergunningaanvraag ontwikkelingsruimte worden toegekend.
- In delen van 9 PAS-gebieden is de ontwikkelingsruimte tot 1 juli 2018 volledig benut.
Voor de delen van 9 Natura 2000-gebieden waar de ontwikkelingsruimte volledig is uitgegeven, zullen er in deze helft van de PAS-periode geen vergunningen meer worden verleend voor nieuwe activiteiten. Let op: er kunnen nog wel vergunningen verleend worden voor het feitelijk gebruik. Voor deze vergunningen is namelijk geen ontwikkelingsruimte nodig.
De herberekende beschikbare ruimte is voor enkele gebieden kleiner dan de ruimte die al is uitgegeven sinds de inwerkingtreding van het PAS. In deze gebieden is de depositie- en ontwikkelingsruimte aangevuld met ruimte die gereserveerd was voor de tweede helft van de PAS-periode.
Medio 2018 wordt op basis van de uitkomsten van de natuurmonitoring, de stikstofmonitoring, de prognose van de ontwikkeling van de stikstofemissie en -depositie en de tussenevaluatie van het programma bekeken hoeveel depositie- en ontwikkelingsruimte er beschikbaar wordt gesteld voor de laatste drie jaar van deze PAS-periode.
Wat betekent dit alles voor de huidige vergunningverlening onder de PAS?
- Voor de gebieden waarvan de grenswaarden is verlaagd, kunnen geen meldingen meer worden gedaan. Vergunningverlening blijft wel mogelijk in deze PAS-gebieden mits er voldoende ontwikkelingsruimte is voor een activiteit die hier beroep op doet.
- Veehouders die invloed uitoefenen op (bepaalde delen van) gebieden waar geen toename van stikstofdepositie meer mag plaatsvinden, moeten voor hun bedrijfsontwikkeling binnen hun depositieplafond ‘intern salderen’.
Bron: website PAS in Uitvoering