In het Actieplan Ammoniak is aangegeven dat veehouders die willen stoppen in de periode na 2013 de mogelijkheid krijgen hun bedrijf nog enkele jaren voort te zetten. Voorwaarde is wel dat zij vanaf 1 januari 2013 met andere maatregelen een even grote emissiereductie realiseren dan wanneer emissiearme stalsystemen zouden worden toegepast om aan de emissie-eisen van het Besluit huisvesting te voldoen. Het betreft dan snel inzetbare, mogelijk tijdelijke maatregelen (stal, management, voer, minder dieren, langere leegstand). De zogenaamde ‘stoppersregeling’ zal voor varkens- en pluimveehouders gelden tot uiterlijk 2020.
De stoppersregeling kan toegepast worden op bedrijven met 10.000-40.000 stuks pluimvee die zich met een BOP (bedrijfsontwikkelingsplan) hebben aangemeld voor het Actieplan Ammoniak en Veehouderij, dan wel voor 1 juli 2012 aangeven voor 1 januari 2020 te stoppen met het houden van varkens of kippen.
Maatregelen worden in een aparte bijlage van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) genoemd en op website van Infomil. Het betreft:
- Eenvoudige technische maatregelen in stallen
- Voermaatregelen
- Managementmaatregelen
- Houden van minder dieren
Het houden van minder dieren houdt in:
- Minder dieren het hele jaar door (een stal of staldeel leeg laten staan)
- Of minder of geen dieren in een deel van het jaar (minder rondes bij vleeskuikens)
- Referentie is het aantal dieren vergund op 1 januari 2010 of – als minder dieren werden gehouden – waarvoor op 1 januari 2010 stalruimte aanwezig was
De voorlopige lijst van alternatieve stoppersmaatregelen met bijbehorend reductiepercentage:
Voor leghennen en (groot)ouderdieren leg:
- Veevoer met verlaagd eiwitgehalte en aanvulling vrije aminozuren: 10%
- Veevoer met verlaagd eiwitgehalte en CaSO4-zeoliet: 40%
- Verfijning fasevoeding (groter aantal fases): 10%
Voor (groot)ouderdieren van vleeskuikens:
- Veevoer met verlaagd eiwitgehalte en aanvulling vrije aminozuren: 10%
- Verfijning fasevoeding (groter aantal fases): 10%
Voor vleeskuikens:
- Veevoer met verlaagd eiwitgehalte en aanvulling vrije aminozuren: 25%
- Verfijning fasevoeding (groter aantal fases): 20%
- Bijvoeren hele tarwe: 15%
- Toepassen snijmaïssilage als strooisel: 50%