‘Een Nb-wetvergunning is alleen nodig bij uitbreiding, niet voor bestaande situaties’ wordt nog vaak gedacht. Laat ik degene die dat denkt uit de droom helpen: ook zonder uitbreiding is een Nb-wetvergunning verplichte kost.
De theorie zegt dat er geen Natuurbeschermingswetvergunning nodig als een project of handeling geen stikstofdepositie veroorzaakt die de grenswaarde op een natuurgebied overschrijdt én geen andere significant verstorende effecten veroorzaakt.
De praktijk wijst uit dat dit maar opgaat voor een heel klein groepje bedrijven, veelal kleinschalig en op grote afstand van natuurgebieden. Nu steeds meer gebieden ‘op slot’ raken voor meldingen en het de vraag is hoe snel gebieden ‘vol’ raken met vergunningen, komen ook bedrijven op afstand snel binnen de invloedssfeer van een natuurgebied te liggen. En wordt het op termijn dus lastiger een uitbreiding of verandering vergund te krijgen.
Elke veehouder die nog geen Nb-wetvergunning heeft wordt geacht een berekening te (laten) maken om te bepalen hoe groot zijn invloed is op Natura 2000.
- Als een activiteit een stikstofdepositie veroorzaakt van 0,05 mol/ha/jaar of minder, dan is noch een Nb-vergunning noch een Nb-melding nodig. De veehouder dient de berekening te bewaren en paraat te hebben bij controle.
- Als een activiteit een stikstofdepositie veroorzaakt van meer dan 0,05 mol/ha/jaar en de grenswaarde niet overschrijdt, dan is een Nb-melding vereist. De grenswaarde was aanvankelijk 1,0 mol/ha/jaar, maar is voor (17) gebieden in Nederland die inmiddels voor de eerstkomende PAS-periode van 3 jaar ‘voor 95% vol’ zitten, bijgesteld naar 0,05 mol/ha/jaar.
- Wanneer de activiteit een stikstofdepositie veroorzaakt die de grenswaarde overschrijdt, is een Nb-wetvergunning vereist.
- Wanneer de activiteit andere significant verstorende effecten voor een Natura 2000-gebied kan veroorzaken, is altijd een Nb-wetvergunning vereist.
Voorzover u dat nog niet gedaan hebt, is het zaak om uw natuurrechten vast te leggen. Want pas op: ook een kleine verandering kan leiden tot een toename van depositie. Zo leidt het verplaatsen van vee binnen de inrichting ondanks gelijkblijvende emissie, hoe onwaarschijnlijk ook, tot een toename van depositie omdat emissiepunten wijzigen. Neemt de depositie aan de ene zijde van uw bedrijf af, aan de andere kant neemt ‘ie toe. En elke toename dient vanuit de ontwikkelingsruimte te worden toebedeeld – of als er (straks) geen ruimte meer is… te worden ingeleverd.