Het gebruik van een stoffilter bij warmtewisselaars leidt tot een hogere fijnstofreductie. Recent is een nieuwe stalbeschrijving in de Rav-lijst opgenomen voor een warmtewisselaar met 37% fijnstofreductie. Daarnaast zijn de leaflets op een aantal praktische punten aangepast en is o.a. het Louvre-systeem nu erkend.
De praktijk liep tegen een aantal onvolkomenheden aan, die in de nieuwe leaflets voor ammoniak (BWL2010.13.V6) en fijnstof zijn rechtgezet:
- de wisselaar kan nu binnen of buiten de stal worden geplaatst
- de minimumstand van de circulatieventilatoren mag naar rato worden ingesteld op basis van de verhouding in de dierbezetting per m2. Dit om te voorkomen dat de luchtstroom bij lage dierbezetting te hoog wordt (de capaciteit is bepaald op basis van metingen bij regulier gehouden vleeskuikens)
- het gebruik van het Louvre-systeem (variant met lamellen in de zijgevel en een opvang in de nok van de stal) is toegestaan
- de vraag wat bestaande en wat nieuwe stallen zijn i.r.t. de voorwaarde van een verwarmingscapaciteit wordt opgehangen aan de datum van 1 januari 2000. Stallen na die datum zijn van voldoende isolatie voorzien om met een verwarmingscapaciteit van 100 W/m2 toe te kunnen, stallen voor die datum worden geacht 125 W/m2 geïnstalleerd te hebben (capaciteit volgens opgave leverancier).
Bij de wisselaars die (ook) gebruikt worden om fijnstof te reduceren is voor de warmtewisselaar met stoffilters een aparte systeembeschrijving opgesteld, BWL2017.03. Omdat het verwijderingsrendement van de filters 99% voor PM10 bedraagt, kan bij hetzelfde debiet een hoger reductiepercentage op stalniveau worden gehaald in vergelijking met het systeem zonder stoffilters.
Hiermee komt een type extra als fijnstofreducerende maatregel beschikbaar:
- BLW2012.03.V3 met 13% fijnstofreductie (0,35 m3/d/u bij vleeskuikens)
- BWL2011.02.V3 met 31% fijnstofreductie (0,75 m3/d/u bij vleeskuikens)
- BWL2017.03 met 37% fijnstofreductie (1 m3/d/u bij vleeskuikens)