De nieuwe POR-regeling (Regeling ontheffing productierechten Meststoffenwet) is geopend.
De regeling geldt voor varkens- en pluimveehouders die hun veestapel uitbreiden of hebben uitgebreid na 28 september 2011. U kunt zich aanmelden van 5 tot 30 januari 2015.
U krijgt ontheffing voor 50% van de dierrechten die voor de uitbreiding nodig zijn, op voorwaarde dat alle bedrijfsoverschot aan mest wordt verwerkt, tot een maximum van 2.500 varkenseenheden of 20.000 pluimvee-eenheden per ontheffing. De ontheffing geldt tot 31-12-2017.
De procedure en voorwaarden in het kort:
- De aanvraag voor ontheffing kan worden ingediend in de periode van 5 januari 2015, 9:00 uur, tot 30 januari 2015, 17:00 uur. Een aanvraag die niet compleet is moet uiterlijk op 13 februari 2015 compleet zijn.
- De minister verdeelt het aantal beschikbare pluimvee-eenheden op volgorde van rangschikking. Aanvragen voor MDV-stallen hebben voorrang. Wordt de regeling overschreven, dan wordt er geloot.
- De varkens- of pluimvee-eenheden die vereist zijn voor de uitbreiding moeten uiterlijk op 31 december 2015 verworven zijn.
- De uitbreiding moet tussen 28 september 2011 en 31 december 2015 gerealiseerd zijn.
- Het volledige fosfaatoverschot van het bedrijf moet worden verwerkt. Om aan de verwerkingsplicht te voldoen zijn VVO’s niet toegestaan.
- De ontheffing is niet overdraagbaar.
- De ontheffing wordt verleend tot en met 31 december 2017.
Indienen aanvraag
De aanvraag kan worden ingediend in de periode van 5 januari 2015, 09:00 uur, tot 30 januari 2015, 17:00 uur. De aanvraag kan uitsluitend op elektronische wijze ingediend worden via mijn.rvo.nl.
Bij de aanvraag dient in ieder geval de omvang van de beoogde of gerealiseerde uitbreiding, uitgedrukt in varkens- en/of pluimvee-eenheden, vermeld te worden alsmede het aantal varkens- en/of pluimveerechten waarvoor men een ontheffing aanvraagt.
Indien de varkens of het pluimvee waarop de uitbreiding betrekking heeft worden gehouden in een integraal duurzame stal, dient de aanvraag vergezeld te gaan van stukken waaruit blijkt dat een voorlopig of definitief stalcertificaat is afgegeven in het kader van de Maatlat Duurzame Veehouderij. Indien de uitbreiding van het aantal dieren waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd gerealiseerd is of gaat worden in een duurzame stal waarvoor een definitieve subsidiebeschikking in het kader van de IDS (Integraal Duurzame Stallen) is afgegeven, dan dient de aanvrager dit bij de aanvraag aan te geven. De stukken die betrekking hebben op de definitieve subsidiebeschikking zijn al geregistreerd bij RVO.nl en hoeven om die reden niet afzonderlijk nog eens te worden meegezonden.
De verwachting is dat met het aantal aanvragen dat in deze periode zal worden ingediend de respectievelijke plafonds voor de varkens- en pluimveehouderij zullen worden bereikt. Mocht dit – voor één van beide of beide plafonds – niet het geval zijn, dan bestaat de mogelijkheid van een tweede openstelling.
Een ontheffing kan worden aangevraagd door iedere landbouwer die voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in deze regeling. Per bedrijf waarop een productierecht rust kan maximaal één aanvraag voor varkenseenheden en één aanvraag voor pluimvee-eenheden worden ingediend.
Een landbouwer die een uitbreiding realiseert tussen 28 september 2011 en 31 december 2015, moet voor de helft van de voor deze uitbreiding benodigde varkens- of pluimvee-eenheden productierechten verwerven. Voor de andere helft kan hij een ontheffing aanvragen. Het in varkens- of pluimvee-eenheden uitgedrukte gemiddelde aantal dieren waarvoor een ontheffing kan worden aangevraagd is derhalve afhankelijk van de – eveneens in varkens- of pluimvee-eenheden uitgedrukte – productierechten die hij tussen 28 september 2011 en 31 december 2015 verwerft.
In verband daarmee dient bij de aanvraag het aantal varkens- of pluimvee-eenheden waarvoor productierechten verworven worden dan wel verworven zijn, te worden vermeld, alsmede het totale aantal varkens- of pluimvee-eenheden van de uitbreiding tussen 28 september 2011 en 31 december 2015.
Om te voorkomen dat slechts enkele bedrijven van de voorziening gebruik kunnen maken, is er per bedrijf een maximum gesteld aan de omvang van de in het kader van de voorziening te verlenen ontheffing. Dit maximum bedraagt 2.500 varkenseenheden respectievelijk 20.000 pluimvee-eenheden.
Bedrijven waaraan een ontheffing wordt verleend zijn gehouden 100% van het bedrijfsoverschot te laten verwerken. Verwerking door het sluiten van vervangende verwerkingsovereenkomsten is niet toe te staan.
Indien de ontheffing niet verleend wordt op 1 januari van een kalenderjaar, dan moet de veehouder naar rato van de ontheffingsperiode het bedrijfsoverschot laten verwerken in het eerste jaar van zijn ontheffing.
Beoordeling, rangschikking en loting
RVO.nl beoordeelt of de aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden. Als een aanvraag onvolledig is krijgt de aanvrager tot uiterlijk 13 februari 2015 de tijd om de aanvraag alsnog compleet te maken.
De aanvragen worden verdeeld in de volgorde van rangschikking. De aanvragen die betrekking hebben op een integraal duurzame stal, worden als hoogste gerangschikt. Als met deze aanvragen het aantal beschikbare eenheden wordt overschreden, zal de verdeling plaatsvinden door middel van loting.
Indien na toewijzing van deze aanvragers nog eenheden overblijven, worden de resterende eenheden verdeeld onder de categorie overige aanvragen. Ook hier geldt dat indien door het aantal aanvragen de plafonds worden overschreden, de verdeling zal plaatsvinden door middel van loting.
Meer info
Meer informatie over de regeling vind u op mijn.rvo.nl, waar u rechts op de pagina onder het tabblad ‘direct regelen’ uw aanvraag in kunt dienen.
De tekst van de regeling is gepubliceerd in de Staatscourant van 16 december jl.