Voor volièrehuisvesting van legkippen met RAV-code E 2.11.2 (45-55% rooster) is het versienummer BWL 2004.10.V2 gewijzigd in BWL 2004.10.V3. Er is een beluchtingsoptie toegevoegd: waaierbeluchting.
Naast mestbandbeluchting middels buizen onder/naast het rooster met een variatie van 0,2 m3/d/u (0,055 kg NH3) en 0,5 m3/d/u (0,042 kg NH3) is een alternatief in de vorm van waaierbeluchting geïntroduceerd. Bij waaierbeluchting wordt stallucht verplaatst middels een rotorsysteem met bladen welke is ontworpen voor het drogen van mest op de mestbanden.
Het rotorsysteem met bladen dient als volgt te worden uitgevoerd:
- lengte rotorbladen: 15 cm met onderlinge afstand van 5 cm
- diameter rotorsysteem (incl. waaiers): 8,25 cm
- toerental: 120 omwentelingen per minuut
De emissie van de waaierbeluchting is vastgesteld op 0,055 kg NH3 per dier per jaar en sluit aan bij de buisbeluchting van 0,2 m3/d/u. Er is geen beluchtingscapaciteit voor het rotorsysteem met bladen voorgeschreven.
Wel dient de temperatuur van de drooglucht minimaal 18°C te zijn en de mest binnen 72 uur nadrogen een drogestofgehalte te bereiken van minimaal 41,5%.
Op 23 maart jl. is een actualisatie van de Rav doorgevoerd, welke in de Staatscourant van 30 maart 2016 (nr. 15585) is gepubliceerd. Deze heeft betrekking op nieuwe versies van stalbeschrijvingen, nieuwe additionele technieken, enkele nieuwe voer- en managementsystemen voor varkens en aangepaste reductiepercentages en eindnoten.
In Pluimveehouderij van 8 mei 2015 is de waaierbeluchting al aangekondigd. Studenten van de HAS Hogeschool Den Bosch hebben het systeem van Fienhage doorgemeten op het bedrijf van Peter en Esther van Agt uit het Brabantse Oirschot. De studenten voerden het onderzoek uit in opdracht van HAS Kennistransfer en Bedrijfsopleidingen.